e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opper heukel: høxǝl (Tungelroy), huist: hust (Tungelroy), opper: ǫpǝr (Tungelroy) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oppoken oprokelen: oprǭkǝlǝ (Tungelroy) Het vuur oppoken. [N 29, 8a; OB 2, 2b; monogr.] II-1
oprecht eerlijk: ierlik (Tungelroy), gemeend: gemeindj (Tungelroy), goudeerlijk: goudierlik (Tungelroy) alles bedoelend zoals gezegd wordt, welmenend [rechtzinnig, oprecht] [N 85 (1981)] III-1-4
oprispen boeren: boore (Tungelroy), keuken: kèùke (Tungelroy), köäke (Tungelroy), kø͂ͅkə (Tungelroy, ... ), opstoten: opstoeëte (Tungelroy), rupselen: rupsele (Tungelroy), röpsele (Tungelroy) boeren || boeren, een boer laten || Hoe noemt men een oprisping? [DC 47 (1972)] || Hoe noemt men in uw dialekt oprispen, opbreken van eten of drinken? [DC 47 (1972)] || oprispen, een boertje laten [beuke, bulke, opgeure, opbotte] [N 10a (1961)] || oprispingen krijgen III-1-2
oprit oprit: oprit (Tungelroy, ... ), opvaart: opvaart (Tungelroy) een hellend oplopende weg om op een dijk, een brug enz. te kunnen komen (april, opweg, opril, oprit, stoep, aprel) [N 90 (1982)] III-3-1
opruimen opruimen: opruume (Tungelroy, ... ) Opruimen (opruimen, oprommelen, klarantie maken, ontdoen) [N 79 (1979)] III-2-1
opscheppen opscheppen: opsjöppe (Tungelroy, ... ), stroffen: strŏffe (Tungelroy, ... ) opscheppen || zich op iets beroemen, hoog van iets opgeven, groot spreken [blozen, blazen, schochten, stoefen, mensen, zwetsen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
opschepper opschepper: opsjöpper (Tungelroy, ... ), windbuil: wîndjbuul (Tungelroy), windhapper: wîndjhapper (Tungelroy), windmaker: wîndjmèèker (Tungelroy) opschepper || windbuil, opschepper III-1-4
opschuiven opschuiven: opsjuuve (Tungelroy, ... ) Opschuiven: in een zijwaartse richting schuiven om plaats te maken (opschikken, schavielen, opschuiven). [N 84 (1981)] III-1-2
opslagplaats voor brood broodkamer: brūtkāmǝr (Tungelroy) Het kan hier gaan om een aparte ruimte voor het opslaan van brood. Daarop wijzen woordtypen als "broodkamer", "broodmagazijn", "broodhok". De informant van L 270 vermeldt inderdaad dat het een ruimte is aansluitend naast de bakkerij. Andere woordtypen als "broodrek", "lader", "broodschap" duiden erop dat deze opslagplaats niet perse een apart vertrek hoeft te zijn. [N 29, 105d; N 29, 105e] II-1