e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112b plaats=Ubachsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuurtje schop: schop (Ubachsberg), stal: stal (Ubachsberg) Een eenvoudig gebouwtje achter het woonhuis dat tot bergplaats van gereedschappen of iets dergelijks dient (kot, schop, schuurtje, stal) [N 79 (1979)] III-2-1
schuw schuw: WLD  sjūūw (Ubachsberg) Hoe noemt u vreesachtig, schrikachtig, gezegd van dieren (schuw, schouw) [N 83 (1981)] III-4-2
selderij selderie: selderie (Ubachsberg), WLD  selderiej (Ubachsberg) Selderij; de welbekende schermbloemige moesplant die gekweekt wordt als soepgroente waarvoor zowel de blaadjes en de stengel als de wortel gebruikt wordt (selderij, selderie, selder, seljer). [N 82 (1981)] I-7
servies servies: servies (Ubachsberg) Bij elkaar horend vaatwerk voor eten en drinken (servies, gleiswerk, breekwerk) [N 79 (1979)] III-2-1
sik bokkenbaard: bokkebaad (Ubachsberg), geitenbaard: geetebaad (Ubachsberg), sik: sik (Ubachsberg) sik (onder aan de kin of aan de onderlip?) [DC 01 (1931)] III-1-1
sikkel sikkel: sīǝkǝl (Ubachsberg) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
sint-jozefbeeld jozefbeeld: joeëzefbild (Ubachsberg), joêzefbeeld (Ubachsberg) Een beeld van de H. Jozef. [N 96A (1989)] || Een beeld van St. Jozef. [N 96B (1989)] III-3-3
sintel sintel: sintel (Ubachsberg) Geheel of halfuitgebrand samengesmolten stuk steenkool (sintel, singel, slak) [N 79 (1979)] III-2-1
sjalot sjalot: sjalot (Ubachsberg), WLD  sjalot (Ubachsberg) Een sjalot, een soort van kleine ui (sjalot, sjarlot, schaloeneke). [N 82 (1981)] I-7
slaan houwen: (howwe) (Ubachsberg), hou dich op ne kop (Ubachsberg), slaan: schloa (Ubachsberg) ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)] III-1-2