e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulbeek

Overzicht

Gevonden: 1870
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongen jong: jong (Ulbeek, ... ), joong (Ulbeek, ... ), jongen: jonge (Ulbeek) jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongste kind ponnetje: ponəkə (Ulbeek) jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] III-2-2
jood jood: een jaud, twie jauden (Ulbeek, ... ), en joet, twie joeden (Ulbeek, ... ), in joèit, twie joèide (Ulbeek, ... ), én jood, twie joê-den (Ulbeek, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] III-3-1, III-3-3
judas judas: due zjudas (Ulbeek), een djudas (Ulbeek), innen zjudas (Ulbeek), als in Jean  inne(n) judas (Ulbeek) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3
juffrouw juffrouw: joeffroo (Ulbeek), joeffrouw (Ulbeek, ... ), joefroo (Ulbeek) juffrouw [ZND 27 (1938)] III-3-1
jurk kleed: j bloo kleed (Ulbeek), kətounə kleet (Ulbeek), ə bloo kleed (Ulbeek) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] III-1-3
jus, vleesnat vleesnat: vleesnaat (Ulbeek) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaakbeen(rand) kaaksbeen: kaksbeen (Ulbeek) Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en de kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [Lk 05 (1955)] III-1-1
kaal duivenjong kaal jong: kōͅ.l jui.ŋk (Ulbeek), kwakjong: kwak [jui.ŋk} (Ulbeek) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaam kaam/kamen: kuom (Ulbeek) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2