e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pasgeboren kalf worp: wø̜rp (Ulestraten) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
pasteitje vid-tje: fideeke (Ulestraten) Klein pasteitje, de niet gevulde vorm van deeg (viedeeke?) [N 16 (1962)] III-2-3
patates frites frieten: friete (Ulestraten, ... ) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] || Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)] III-2-3
peetoom peteren: petere (Ulestraten, ... ) peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante paat: paat (Ulestraten) peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
penwortel van een den peel: pēl (Ulestraten), pen: pɛn (Ulestraten), pin: pen (Ulestraten) De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b] I-8
persen persen: peersje (Ulestraten), werken: werken (Ulestraten) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] || persen [SGV (1914)] I-11, III-1-2
persoon die altijd op de hort is jatserd: ene jatserd (Ulestraten), loperd: ene luiperd (Ulestraten) Uitdrukking voor: veel weg zijn; dikwijls niet thuis wezen (een dergelijke uitdrukking wordt vaak gebruikt van huisvrouwen en is wat afkeurend. Men bedoelt dan: ze hoorde voor het huishouden te zorgen, maar ze is te vaak weg om dat goed te doen) [DC 28 (1956)] III-3-1
perzik pche (fr.): pees (Ulestraten) perzik [SGV (1914)] I-7
pet met opstaand bovenstuk zijden patsje: zieje petsjke (Ulestraten) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3