e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

Gevonden: 3378
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duizelig dol: dul (Ulestraten), duizelig: duuzelig (Ulestraten, ... ), duzelig (Ulestraten), licht: lich in de kop (Ulestraten), zat: zaat (Ulestraten) duizelig [SGV (1914)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] III-1-2
duizendpoot duizendpoot: Veldeke  doezendpoët (Ulestraten) duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
dun sneetje brood rozenblaadje: roazeblèèdsje (Ulestraten) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne melk blauwe melk: blaw mɛlk (Ulestraten), vazelmelk: vāzǝlmɛlk (Ulestraten) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
dunne zijden dameskous zijden hoos: zieje haoze (Ulestraten) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zwarte rouwkous zwarte rouwhoos: zjwarte rouw haoze (Ulestraten) kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)] III-1-3
durven durven: dörve (Ulestraten) durven (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
duwen duwen: duuje (Ulestraten) duwen [SGV (1914)] III-1-2
dwarsbalk van de hooihark balk: balǝk (Ulestraten) De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b] I-3
dwarsbalkjes, egscheien twarsbalken: twērš˱bɛlǝk (Ulestraten) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2