20288 |
grootvader |
bestevader:
beͅstəvādər (Q014p Urmond),
grootvader:
gru̯at˃vādər (Q014p Urmond)
|
grootvader [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
25004 |
grootx |
groot:
grŏit (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond)
|
groot [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
33317 |
grote boerderij |
boerderij:
[boerderij] (Q014p Urmond),
hof:
hǭf (Q014p Urmond)
|
Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22]
I-6
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
houp (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond),
hopen (mv.):
huip (Q014p Urmond),
massa:
massa (Q014p Urmond)
|
een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
24165 |
grote lijster |
grote lijster:
gròòwte liester (Q014p Urmond),
gróóte liester (Q014p Urmond),
grôôte liester (Q014p Urmond)
|
grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21803 |
grote ruzie? |
vechtpartij:
vechpartie (Q014p Urmond)
|
een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
de groite pots is gedaon (Q014p Urmond),
weer zeen aan de groite pots (Q014p Urmond),
oi als in frans moi
de groite pots (Q014p Urmond)
|
de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
22675 |
grote trom |
dikke trom:
dekə trom (Q014p Urmond)
|
Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22676 |
grote trom met bekkens |
dikke trom:
dekə trom (Q014p Urmond)
|
Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24857 |
grote weegbree |
weegbree:
WBD/WLD
wéégbree (Q014p Urmond)
|
Grote weegbree (plantago major 10 tot 50 cm groot. Alle bladeren staan in een wortelrozet en zijn bijna eirond of eivormig, de bladeren parallelnervig en langgesteeld; de bloemen bevinden zich in lange cilindrische aren, de bloemkroon is vliezig, en bru [N 92 (1982)]
III-4-3
|