e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korf korf: kø̜rǝf (Urmond) In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.] II-12
kornoelje (alg.) konkernol: WBD/WLD  kónkərnöllə (Urmond, ... ), kornoelje: kernaalje (Urmond) De kornoelje. De witte kornoelje; struik met witte bloemen en witte bessen, 2-3 m hoog; takken aan de zonzijde rood, in de schaduw geel. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Gele kornoelje me gele bloemen en karmijnrode vruchten, 3-7 m hoog; de geelbruine schors schilfert in kleine schubben af. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Rode kornoelje; struik met witte bloemen en blauwzwarte bessen; 2-5 m hoog; takken aan de zonzijde purperrood en aan de schaduwkant groen (kroelie, kornoelje). [N 82 (1981)] || kornoelje [SGV (1914)] III-4-3
korset korset (<fr.): kərset (Urmond) korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)] III-1-3
kort schortlint stubbeband: stubbebänt (Urmond) linten, korte ~ waarmee de schortslippen van achteren met elkaar worden verbonden [gatslinte, gatlinter] [N 24 (1964)] III-1-3
kortademig dempig: dempig (Urmond), kort: kort van aojem (Urmond), kortborstig: kortborstig (Urmond) kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2
korte broek broek: brook (Urmond) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] III-1-3
korte dikke wortel dikke wortel: WBD/WLD  dikkə wortələn (Urmond) Korte, dikke wortels (mollestaarten). [N 82 (1981)] III-4-3
korte onderbroek? korte onderbroek: korte ongerbrook (Urmond) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas jekker: jekker (Urmond, ... ) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
korter maken afsnijden: aafsniejən (Urmond) een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)] III-3-1