21792 |
onbeschaamd |
onbeschaamd:
onbəsjéémt (Q014p Urmond)
|
geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21441 |
onbetrouwbare koopman |
jood:
jud (Q014p Urmond),
sjacheraar:
sjacherèèr (Q014p Urmond)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25149 |
onbewolkt |
helder:
heldər (Q014p Urmond)
|
onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25092 |
onbruikbaar maken, verbruien |
bederven:
badèrvən (Q014p Urmond),
verknoeien:
(oi als in Fr. trois).
vərknoijən (Q014p Urmond)
|
onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21857 |
onbruikbare voorraad |
rommel:
romməl (Q014p Urmond)
|
allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24637 |
ondereinde van de stam |
vot:
WBD/WLD
vot (Q014p Urmond)
|
Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18401 |
ondergoed |
ondergoed:
ōngergood (Q014p Urmond)
|
ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
33947 |
onderhaam |
onderhaam:
oŋǝrhām (Q014p Urmond)
|
Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.]
I-10
|
21579 |
onderhandelen |
in onderhandeling zijn:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
in ōngerhaengeling zeen (Q014p Urmond)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
humme (Q014p Urmond),
hummen (Q014p Urmond)
|
hemd [SGV (1914)] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)]
III-1-3
|