34552 |
roep- en lokwoord voor de gans |
wiele, wiele, wiele:
wilǝ, wilǝ, wilǝ (Q014p Urmond)
|
Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6]
I-12
|
34557 |
roep- en lokwoord voor de kalkoen |
schroet, schroet, schroet:
šrūt, šrūt, šrūt (Q014p Urmond)
|
Men kan de kalkoen roepen door het geluid van hen na te bootsen. Omdat ze vaak grootgebracht worden samen met de kippen, worden ze ook wel (L 191 (Afferden), 245b (Tienray), Q 2 (Hasselt), 192 (Margraten), 195 Sint-Geertruid)) gelokt met roepwoorden voor kippen. Een andere mogelijkheid tot lokken is dat men fluit of een bepaald keelgeluid (L 360 (Bree)) maakt. [L 47, 9C; A 6, 4]
I-12
|
34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
tiet, tiet, tiet:
tit, tit, tit (Q014p Urmond),
tīt, tīt, tīt (Q014p Urmond)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
kui, kui:
kȳ, kȳ (Q014p Urmond),
kuik, kuik, kuik:
kyk, kyk, kyk (Q014p Urmond)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|
34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus, kuus, kuus:
kyš, kyš, kyš (Q014p Urmond)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
34442 |
roep- en lokwoorden voor het lam |
lem, lem, lem:
lɛm, lɛm, lɛm (Q014p Urmond)
|
[N 19, 74b; VC 14, 2k (R]
I-12
|
21362 |
roepen |
roepen:
roopen (Q014p Urmond),
ropən (Q014p Urmond)
|
op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] || roepen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21652 |
roeper |
oproeper:
opreuper (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34531 |
roepwoord om de klokhen te lokken |
kloek, kloek, kloek:
kluk, kluk, kluk (Q014p Urmond)
|
[N 19, 44c; A 6, 2c]
I-12
|
25088 |
roest |
ijzerroest:
iezerros (Q014p Urmond)
|
roest [SGV (1914)]
III-4-4
|