e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suikerklontje klontje: ə kluntjə (Urmond), klotje: klötjə (Urmond) klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)] III-2-3
suikeroom suikernonk: sokərnoŋk (Urmond) erfoom (suikeroom) [DC 05 (1937)] III-2-2
suikertante suikertant: sokərtant (Urmond) erftante (suikertante) [DC 05 (1937)] III-2-2
suizen van de oren suizen: soeze (Urmond), tuiten: meen ôôre toete (Urmond) suizen van de oren [toewte, fluite] [N 10 (1961)] III-1-1
sukkelen sukkelen: sukkələn (Urmond) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
syfilis druiper: druipər (Urmond) Syfilis: besmettelijke geslachtsziekte die gewoonlijk begint met een zweer op de geslachtsorganen; uiteindelijk kan elk orgaan aangetast worden (druiper, luizenziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
taaie pannenkoek lap leer: Syst. WBD  laplèr (Urmond), leren thijs: laere tīēs (Urmond) Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taal taal: taal (Urmond) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taart taart: taart (Urmond) Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tabak toebak: toebak (Urmond) tabak [SGV (1914)] III-2-3