e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaai met reepjes deeg leddertjesvlaai: lödderkesvlaaj (Urmond), Syst. WBD  lödderkesvlaai (Urmond) Vla waarover kruislings reepjes van deeg zijn gelegd (lödderkesvlaa?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaaienvulling spijs: spies (Urmond), Syst. WBD  spies (Urmond) Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaaischotel vlaaienschotel: vlaajesjootel (Urmond), vlaaischotel: vlaaischootel (Urmond), vlaaisjotel (Urmond) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1
vlaamse gaai markolf: merkuf (Urmond), merköf (Urmond), merrekuf (Urmond), mérkuf (Urmond), mérköf (Urmond) gaai (34 blauwe veertjes in vleugel; kan veertjes opzetten; hele jaar in bossen; soms in troepjes op trek; echte schreeuwlelijk; ook tam te maken [N 09 (1961)] || Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] || vlaamse gaai III-4-1
vlag vaan: vaan (Urmond) vlag [SGV (1914)] III-3-1
vlak, gelijk plat: plat (Urmond) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlechten vlechten: vlöchtən (Urmond) lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)] III-1-1
vlechttwijgen witsen: wetsǝ (Urmond) De twijgen die horizontaal door de vlechtlatten worden gevlochten. [N 4A, 53b; N 31, 45d; monogr.; div.] II-9
vlees vlees: fleisj (Urmond, ... ) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vlees- en spieraanzetting links en rechts op de borst kussens: kø̜sǝs (Urmond) [N 8, 11; N 8, 31 en 32.2] I-9