e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

Gevonden: 4486
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eksteroog esteroog: èsteraug (Urmond), ééstərouch (Urmond) likdoorn, eksteroog [SGV (1914)] || Likdoorn: pijnlijke hoornachtige verharding van de opperhuid met een naar binnengekeerde punt, meestal aan de tenen (eksterenoog, weer, weeroog, likdoorn). [N 84 (1981)] III-1-2
el, maat van 0,69 m el: éllə (Urmond) de maat die een lengte aangeeft van 68 cm [el, mut] [N 91 (1982)] III-4-4
ellende (lijden) elend: ijéélènj (Urmond), miserie: mizéérie (Urmond) een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)] III-1-4
ellendig ellendig: èllèndich (Urmond), miserabel: mizərabəl (Urmond) ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)] III-1-4
els els: ɛ̄ls (Urmond) Het gebogen, puntige instrument om gaatjes voor het naaien v√≥√≥r te steken. Men kent een spanels, een doornaaiels en een bros. Dierick zegt op pag. 83: "Het klein en broos werktuig dat een schoenmaker dagelijks te gebruiken heeft is het elsen. Daar zijn er verscheidene grootten en soorten. De elsens om binnenzolen te naaien zijn gekromd en moeten geschikt zijn licht of zwaar volgens het werk; een lang, zwaar elsen is goed voor zwaar manswerk en om in te rijgen. Een zwaar elsen om licht te naaien is altijd af te keuren, daar een fijne draad niet goed sluiten kan in de wijde gaten door het elsen in de binnenzool gemaakt en dus geen vaste naad kan voortbrengen. Gewoonlijk is de punt van een nieuw elsen te dik en moet wat verscherpt worden om goed door het leder te kunnen steken; het gebeurt wel eens dat de punt afkraakt, dit kan hersteld worden met er een aan te slijpen. Het elsen moet in een houten handvatsel vastgezet worden en moet er recht in zitten; het mag noch achteruit noch vooruit hellen en bijzonderlijk niet scheef of men is elke steek in gevaar het te breken, en de hand te kwetsen. [N 60, 176a; N 60, 234; N 60, 176c; S 28; L 5, 62; L B2, 238; L 40, 72; Wi 13; A 27, 17; monogr.] II-10
emmer gelakte emmer: van email  gelakden ummer (Urmond), gelakte tob: van email  gelakde top (Urmond), houten emmer: van hout  houten ummer (Urmond), zinken emmer: van zink  zènken ummer (Urmond), zinken tob: van zink  zènken top (Urmond) emmer van hout [DC 15 (1947)] || emmer van zink of email [DC 15 (1947)] III-2-1
endeldarm aarsdarm: aajsderm (Urmond), aarsdérm (Urmond) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
engerling, larve van de meikever engerling: engerling (Urmond) engerling, larve van de meikever die aan gras- en plantenwortels vreet [N 26 (1964)] III-4-2
enig kind enig kind: ən énig kéntj (Urmond) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: ènkel (Urmond, ... ) enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1