20407 |
meerderjarig |
voljarig:
voljearich (Q222p Vaals)
|
meerderjarig; de leeftijd bereikt hebbend dat men in rechten zelfstandig kan optreden [meerderjarig, mondig] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
21273 |
meester |
leraar:
lieoror (Q222p Vaals),
meester:
mɛstər (Q222p Vaals)
|
(school)meester [RND] || onderwijzer; Hoe werd voor de 2e Wereldoorlog een onderwijzer van de lagere school genoemd? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
33337 |
meid, dienstmeid |
dienstmeidje:
dɛŋsmɛtjǝ (Q222p Vaals),
maagd:
māt (Q222p Vaals)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24331 |
meikever |
keveling:
kēəvəlink (Q222p Vaals),
meikever:
meikēəvər (Q222p Vaals),
meikiever (Q222p Vaals),
meikäver (Q222p Vaals),
meikèver (Q222p Vaals)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [ZND B2 (1940sq)] || meikever, algemeen [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
33553 |
meiraap |
knolletje:
knölsche (Q222p Vaals)
|
De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)]
I-7
|
20309 |
meisje |
meidje:
mädche (Q222p Vaals, ...
Q222p Vaals)
|
meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
meidje:
mädche (Q222p Vaals),
vriendin:
fröndin (Q222p Vaals),
vrundin (Q222p Vaals)
|
het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20381 |
meisje met wie men verloofd is |
bruid:
brut (Q222p Vaals),
meidje:
mädche (Q222p Vaals),
vriendin:
vrundin (Q222p Vaals)
|
Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18736 |
meisjeshemd? |
onderhemd:
oongerhemp (Q222p Vaals)
|
Onderhemd voor meisjes. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van meisjes? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18734 |
meisjesonderbroek? |
onderboks:
oongerboks (Q222p Vaals)
|
Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|