e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paling, aal aal: o-al (Vaals), geen verschil  oəl (Vaals), paling: paling (recent) (Vaals) aal, paling [DC 10 (1941)] III-4-2
pannen schuren afrijven: v.b. de fornuisplaat moos nor jeschoert, jepoetst of aafjereëve weëdde  āfrīvə (Vaals), poetsen: v.b. de fornuisplaat moos nor jeschoert, jepoetst of aafjereëve weëdde  putsə (Vaals), schuren: šūrə (Vaals), v.b. de fornuisplaat moos nor jeschoert, jepoetst of aafjereëve weëdde  šūrə (Vaals) metaal met behulp van water en zand of andere schurende middelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
pannenstrijker kattetong: katsǝtsoŋ (Vaals) Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.] II-9
pannentang pannenkniptang: panǝkneptsaŋ (Vaals) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9
pantoffel pantoffel: pantoefel (Vaals) Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
pap pap: pap (Vaals) pap [DC 35 (1963)] III-2-3
parfum parfum: parfum (Vaals) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
passen goed zitten: t zits joed (Vaals) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): pastu.ər (Vaals) pastoor [RND] III-3-3
patates frites frieten: frietə (Vaals) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] III-2-3