e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schort, voorschoot schorteltje: šøtǝlšǝ (Vaals) [N 30, 5a; monogr.] II-9
schouder schouder: šouwər (Vaals), žouwər (Vaals, ... ) een schouder [ZND B1 (1940sq)] || Hij gaf me een klap op mijn schouder. [DC 17 (1949)] III-1-1
schouderblad schouderblad: sjouwerblaad (Vaals) Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft). [N 84 (1981)] III-1-1
schram krats: krats (Vaals) Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab). [N 84 (1981)] III-1-2
schrammen kratsen: kratse (Vaals) Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, krassen, skrassen). [N 84 (1981)] III-1-2
schrede schritt (du.): sjrit (Vaals) Pas, stap: het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan (treden, tred, schrede, loop, stap). [N 84 (1981)] III-1-2
schreeuwen schreien: sjreië (Vaals) luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)] III-3-1
schrikken schrikken: schrikke (Vaals), zich verschrikken: ziezj vorzjreckə (Vaals) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] || schrikken (geen context) [DC 38 (1964)] III-1-4
schrobben schrobben: sch als in duits schule  schroebbə (Vaals) schrobben [DC 15 (1947)] III-2-1
schroeien versnerken: vəršnerkə (Vaals) schroeien, zengen (branden zonder vlam; van stof) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1