e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tak (alg.) ast (du.): aas (Vaals), tak: tak (Vaals, ... ), tek (Vaals) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || dikke tak [DC 25 (1954)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] III-4-3
tak van een geslacht familie: familiëe (Vaals) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: kroen (Vaals) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] III-4-3
takken krijgen uitschieten: oes schjisse (Vaals) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
talud graaf: jrāf (Vaals) De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.] I-8
tand tand: tsānk (Vaals), zank (Vaals) tand [DC 01 (1931)] III-1-1
tandenstoker tandstoker: tsanksjtorger (Vaals) een puntig voorwerp waarmee men voedselresten verwijdert die tussen tanden en kiezen of in kiezen zijn blijven zitten [tandestoker, kloker, koter] [N 86 (1981)] III-1-3
tandpijn tandpijn: tsangkpīēng (Vaals), tsankpieng (Vaals) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tandvlees tandvlees: als Duits Zahn  zankvleež (Vaals) Hoe noemt men het tandvlees? [DC 30 (1958)] III-1-1
tante tant: tant (Vaals), neen  tant (Vaals) tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2