20646 |
varkensvet |
varkensvet:
vèrəkənsvet (Q222p Vaals)
|
reuzel [DC 17 (1949)]
III-2-3
|
34272 |
vaste uitwerpselen |
keutelen:
kø̜tǝlǝ (Q222p Vaals),
schaapskeutelen:
žoǝfskøtǝlǝ (Q222p Vaals),
varkensmest:
vɛrǝkǝsmęi̯s (Q222p Vaals)
|
[N 76, 35; A 9, 24d]In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c]
I-12
|
33363 |
vaste voer- en drinkbak |
krib:
kre.p (Q222p Vaals),
krøp (Q222p Vaals),
kręp (Q222p Vaals)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
22648 |
vastenavond |
vastelavond:
vastəlŏvənt (Q222p Vaals),
vastəloͅ.vənt (Q222p Vaals)
|
vastenavond [RND] || Vastenavond (uitspraak). [ZND B2 (1940sq)]
III-3-2
|
21284 |
vechten |
vechten:
fɛ.ṣtə (Q222p Vaals),
zich houwen:
houwe (Q222p Vaals)
|
Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] || ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
34266 |
vee |
beester:
bīǝstǝr (Q222p Vaals),
vee:
viǝ (Q222p Vaals)
|
Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-11
|
34269 |
vee fokken |
aantrekken:
atrɛkǝ (Q222p Vaals)
|
Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.]
I-11
|
34268 |
vee houden |
houden:
hǫu̯ǝ (Q222p Vaals)
|
Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a]
I-11
|
20503 |
veel drinken |
zuipen:
zoefe (Q222p Vaals),
zoefə (Q222p Vaals)
|
zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen, onmatig drinken [DC 38 (1964)]
III-2-3
|
21423 |
veel geld waard |
veel geld waard:
veul jêld weeət (Q222p Vaals)
|
veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)]
III-3-1
|