e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
joelen kwaken: kwakke (Vaals) zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)] III-3-1
jong en kaal vogeltje kuusje: kusje (Vaals), vogeltje: vø.jəlšər (Vaals, ... ) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. bloot: bload (Vaals) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: joŋt (Vaals), jongt: jongt (Vaals), ’t jonkt (Vaals), klein diertje: klang dieržə (Vaals) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || klein beestje [DC 37 (1964)] I-11, III-4-2
jong varken kuttens (mv.): kytǝns (Vaals) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem jonge brasem: jong brasem (Vaals) De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge gans gansje: jɛŋšǝ (Vaals) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge vrouw jong wijf: jonk wief (Vaals) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] III-2-2
jongen jong: jong (Vaals, ... ) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft mens: mensch (Vaals), vriend: frund (Vaals), frönd (Vaals) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2