e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keerstrook, wendakker voordel: vȳǝdǝl (Vaals) Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.] I-1
keffen keffen: keffe (Vaals, ... ) Hoe noemt u hoog en snel blaffen, vooral van kleine honden (keffen, kneffen) [N 83 (1981)] III-2-1
kegels (mv.) kegelen: mɛtə kɛ.ijələ we.ərt nitmi.ə jəsjpe.lt (Vaals) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder keller: keͅlər (Vaals) kelder [RND] III-2-1
kennen kennen: kennə (Vaals) kennen (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
kerel kerel: eŋə käl (Vaals), kɛ.l (Vaals) een kerel [ZND B1 (1940sq)] || kerel [RND] III-3-1
kerkhof kerkhof: kirkef (Vaals) Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)] III-3-3
kermis kermis: kih(R)ements (Vaals), kɛrəməs (Vaals) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
kermis op sacramentsdag kleine kermis: kleine kermis (Vaals) kermis op sacramentsdag [VC 33 (1967)] III-3-2
kermismolen carrousel (fr.): Van Dale (FN): carrousel, 4. <Belg.> draaimolen, mallemolen.  eə karusel (Vaals) Een kermismolen. [ZND B1 (1940sq)] III-3-2