| 21043 |
honing |
honing:
honeŋ (Q101p Valkenburg)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|
| 17570 |
hoofd |
hoofd:
Oud
huit (Q101p Valkenburg),
kop:
houd dĕnen dieke kop (Q101p Valkenburg),
houdt de kop toe (Q101p Valkenburg),
kop (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
köp (Q101p Valkenburg)
|
[N 10 (1961)]hoofd [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 17571 |
hoofd (spotnamen) |
bolles:
bulles (Q101p Valkenburg),
bölles (Q101p Valkenburg),
houd dĕne bulles (Q101p Valkenburg),
bollesje:
bölleske (Q101p Valkenburg),
knikker:
knikker (Q101p Valkenburg),
tets:
test (Q101p Valkenburg)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 23420 |
hoofdaltaar |
hoogaltaar:
hoagaltaor (Q101p Valkenburg)
|
Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 34638 |
hoofdbord |
kop:
kǫp (Q101p Valkenburg),
kraan:
krān (Q101p Valkenburg)
|
Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr]
I-13
|
| 18187 |
hoofddoek |
kopplag:
kopplak (Q101p Valkenburg),
plaggetje:
plekske (Q101p Valkenburg)
|
hoofddoek [SGV (1914)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 20767 |
hoofdkaas |
hoofdkaas:
huitkiès (Q101p Valkenburg),
hoofdvlees:
huitfleisj (Q101p Valkenburg),
hùidvleisch (Q101p Valkenburg),
varkenskop gekookt gehakt en geperst
huitvleisj (Q101p Valkenburg)
|
hoofdkaas [DC 30 (1958)] || zult (hoofdkaas) [SGV (1914)]
III-2-3
|
| 19654 |
hoofdkussen |
kopkussen:
koͅpkøͅsə (Q101p Valkenburg)
|
hoofdkussen [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 24344 |
hoofdluis |
kopluis:
eigen spellingsysteem
kopluus (Q101p Valkenburg),
luis:
eigen spellingsysteem
lōēs (Q101p Valkenburg),
luus (Q101p Valkenburg)
|
hoofdluis [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 18059 |
hoofdpijn |
koppijn:
koppien (Q101p Valkenburg)
|
hoofdpijn [DC 27 (1955)]
III-1-2
|