e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met een drijftol spelen kokkerellen: koekerelle (Valkenburg), koekerellen (Valkenburg), met de dop spelen: met den dob speele (Valkenburg) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met een priktol spelen doppen: dobbe (Valkenburg), kokkerellen: koekerelle (Valkenburg), met de dop spelen: met den dob speele (Valkenburg), tollen: tollen (Valkenburg) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] || Met den tol spelen. III-3-2
met een voor spitten een voor graven: ǝn vōr [graven] (Valkenburg) Manier van spitten, waarbij men - achterwaarts gaande - de ene voor naast de andere graaft en de uitgestoken aarde omgekeerd in de open voor deponeert. Uit minder specifieke termen als (om)spaden en (om)graven kan worden afgeleid, dat ter plaatse meestal in voren wordt gespit. Voor (delen van) varianten in de (...)-vorm zie men het lemma spitten. [N 11, 65b; N 11A, 148a; monogr.] I-1
met grote stappen lopen greiden: greije (Valkenburg), grote stappen maken: groite schtep maake (Valkenburg), stappen: stuppen (Valkenburg) stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)] III-1-2
met kleine hapjes eten pikken: pĭĕkkə (Valkenburg) Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)] III-2-3
met opgeheven staart rondlopen biezen: bizǝ (Valkenburg) [N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
met paard en kar rijden varen: vārǝ (Valkenburg) [JG 1b, 2c; N 8, 100; Wi 33; monogr.] I-10
met paard en koets rijden, paardrijden rijden: rīǝ (Valkenburg) Het paard besturen als het voor de koets gespannen is, of als het als rijdier gebruikt wordt. Deze twee begrippen worden terminologisch niet onderscheiden. [JG 1a, 1b; Wi 29; monogr.] I-10
met tegenzin tegen wil en dank: tege wil en dank gehouwe (Valkenburg), tege wil en dank gesjlage (Valkenburg) tegen heug en meug [SGV (1914)] III-1-4
met tussenpozen regenen buien: buuien (Valkenburg) regenen bij tussenpozen [buien, sjoelen] [N 22 (1963)] III-4-4