e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omhulsel van het teellid koker: kōkǝr (Valkenburg) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslag [wld ii.7, p.82] stuikje: vgl. Van Dale (DN): Stauche, (pols)mof  sjtuukske (Valkenburg) Hoe noemt U de omslag? [N 62 (1973)] III-1-3
omslagdoek (alg.) neusdoek: Maastrichtsch; (niet zakdoek, die schnoesplak ok tesscheplak heet), ontstaan uit nuukdoek, de doek om de nuuk of de borsten mee te bedekken. Te heerlen is nog nuuk, nuke, nuukschke gebruikelijk voor moederborst, evenals te Grathem nuizik borstdoek, kleine omslagdoek. In het overijsselsche hoort men nuren voor het zwellen der uiers, en neurende koeien. Nuuk, nuur, uier staan in nauwe verwantschap. Verg. Eng. nurse [spreek uit neus].  neusdoek (Valkenburg), plag: plak (Valkenburg), Kil. plagghe vrouwendoek.  plak (Valkenburg), schouderplag: schouwerplak (Valkenburg) doek, zakdoek, omslagdoek || omslagdoek || schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak plag: plak (Valkenburg) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek over mantel of jak sjaal: schjaal (Valkenburg) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
onbelangrijk min: min (Valkenburg) weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
onbeleefd bot: bot (Valkenburg), onbeleefd: onbelèf (Valkenburg) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd lomp: lomp (Valkenburg), onbehouwen: onbehouwe (Valkenburg), onbeschoft: onbesjoef (Valkenburg), ruw: rōēw (Valkenburg) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1
onbetrouwbare koopman jood: eine jud (Valkenburg) Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)] III-3-1
onbewolkt klaar: klaor (Valkenburg) wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4