e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borrel drupje: drupke (Valkenburg), dröpkə (Valkenburg, ... ), schnaps-je: schnepske (Valkenburg) borrel || borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) borrelen: borrələ (Valkenburg) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] III-4-4
borrelglaasje drupjesglaasje: drupkesglèèske (Valkenburg), drupjesglas: dröpkesglaas (Valkenburg), schopje: klein glaasje of staandertje  šøͅpkə (Valkenburg) drinkglas [RND] || jeneverglaasje || jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borst borst: bǫrš (Valkenburg) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstel bezempje: bessemke (Valkenburg, ... ), borstel: beursjtel (Valkenburg), beurstel (Valkenburg), kwast: kwas (Valkenburg), schuurborstel: schoerbörstel (Valkenburg), sjoerbeursjtel (Valkenburg) borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] || kwastachtige borstel [DC 15 (1947)] || schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)] III-2-1
borstelig haar pinhaar: pinhoar (Valkenburg), varkenshaar: verkeshaor (Valkenburg), verkeshoar (Valkenburg) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borstelwerk borstelvoeg: bø̜rštǝlvōx (Valkenburg) Wijze van voegen waarbij het oppervlak van de voeg een ruwe structuur vertoont. De voeg wordt daartoe eerst met mortel meer dan volgezet, vervolgens met de zijkant van de voegspijker gelijk met de voorkant van de steen afgestreken en tot slot met een borstel afgeborsteld. Voegen die op deze wijze waren gemaakt werden in Q 83 'Hollandse voegen' genoemd. Ze waren volgens de zegsman slecht van kwaliteit. [N 32, 34c; monogr.] II-9
borstkas borst: borsj (Valkenburg), borstkas: borsjkas (Valkenburg) borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstnet borstnet: bǫrstnęt (Valkenburg), bǫršnet (Valkenburg) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstriem trekhaam: trękhām (Valkenburg), trekriem: trękrēm (Valkenburg) Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52] I-10