e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

Gevonden: 3691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duizelig dol: daol (Velden), do:l (Velden), dōāÒl (Velden), zoe wurste dol (Velden), draaierig: drei‧erig (Velden), drei‧erig waere (Velden), duizelig: duu:zelig (Velden), duuzelig (Velden, ... ), duu‧zelig (Velden), duzelig (Velden) dol worden, iemand die lang heeft of is rondgedraaid [N 07 (1961)] || duizelig [SGV (1914)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] || duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] III-1-2
duizelig zijn gammel worden: gammel waere (Velden) dol worden, iemand die lang heeft of is rondgedraaid [N 07 (1961)] III-1-2
dun sneetje brood schijfje: Syst. WBD  schiefke (Velden) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne melk magere melk: māgǝrǝ mɛlk (Velden) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
durven durven: durve (Velden), dörve (Velden) durven [SGV (1914)] || durven (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
duur duur: deur (Velden) duur: Dit grote huis wordt me te -, ik ga kleiner wonen [DC 35 (1963)] III-3-1
duwen duwen: doewe (Velden), duwə (Velden) duwen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
duwer van de aanaardhandploeg duwkruk: duu̯krøk (Velden) Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c] I-5
dwarsbalk biels: biels (Velden) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk van de hooihark balkje: bɛlǝkskǝ (Velden), tandbalk: tant˱balǝk (Velden) De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b] I-3