e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veldwezelt

Overzicht

Gevonden: 1746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijenkorf kaar: kǭ.r (Veldwezelt), korf: kę.rǝf (Veldwezelt) Van roggestro of buntgras gevlochten korf voor bijen. Het houden van bijen in korven is de ouderwetse vorm, ook wel de vaste bouw genoemd. De kast heeft de korf tegenwoordig veelal vervangen. Men spreekt dan van losse bouw (De Roever, pag. 149). De korf werd meestal met dikke, brede windingen gevlochten van met de hand gedorst stro, bijeengehouden door Spaans riet of voorheen ook wel gespleten braamtakken of dennenwortels of soms wilgetakken. Er bestaat een grote verscheidenheid aan soorten korven: grote en kleine, hoge en lage, korven met één of twee vlieggaten, met en zonder spongaten die het voeren moeten vereenvoudigen. Voor al die korven geldt echter dezelfde bedrijfswijze als die met korven van het Drents model. De ronde strokorf van Drente heeft een doorsnede van ± 40 cm bij een ongeveer gelijke hoogte. Ter bescherming tegen koude en regen of ook wel ter versteviging van oude korven besmeert men de korf, hetzij van buiten hetzij van binnen, met leem of kleiaarde, vermengd met gerstekaf of koemest met as of kalk. Soms wordt de korf met bunt of smelen overdekt. [N 63, 2a; N 63, 1a; N 63, 8; L 1a-m; L 1u, 13; L 16, 7; S 3; JG 1a + 1b; Ge 37, 12; A 9, 4; N 40, 137; monogr.] II-6
bijl waarmee men het slachtvee klooft bijl: bīl (Veldwezelt) Zie ook het lemma ''slachtbijl''. [N 28, 90; monogr.] II-1
bijl waarmee men het slachtvee verdooft bijl: bīl (Veldwezelt) Om het slachtdier te verdoven geeft de slachter het dier een klap op de kop met de achterkant van de bijl. [N 28, 5a; N 28, 5b; N 28, 10c] II-1
bijleggen bijleggen: bijlegge (Veldwezelt) extra geld in de pot doen [lappen, bijleggen] [N 112 (2006)] III-3-2
bijten bijten: 1a-m  biete (Veldwezelt), bīēte (Veldwezelt) bijten [ZND 21 (1936)] III-2-3
bil bats: bats (Veldwezelt) Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
biljarten biljarten: biljaarre (Veldwezelt) het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen] [N 112 (2006)] III-3-2
binnenbeer binnenbeer: bęnǝbīǝr (Veldwezelt) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12
binnenstebuiten binnenstebuiten: binneste boetes (Veldwezelt) Binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws, (van) links] [N 114 (2002)] III-1-3
bioscoop cinema: Karte 240.  cinema (Veldwezelt), cinemazaal: cinemazaal (Veldwezelt), film: Karte 240.  film (Veldwezelt) (Ich gehe ins) Kino. || het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema] [N 112 (2006)] III-3-2