e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruidwis bijvoet: bi-jvoot (Venlo), els: (en).  els (Venlo), kruidwis: kroe.twis (Venlo), kroe:twis (Venlo), kroedwis (Venlo), kroetweis (Venlo), kroetwies (Venlo), kroetwis (Venlo, ... ), kroètwiès (Venlo), krōēdwis (Venlo), krōētwis (Venlo, ... ), krūtwes (Venlo), Een boeket kan bevatten: boerewormkruid - els - johanneskruid - klaver - tarwe - rogge - wolbloem en bladeren van een notenboom.  kroèdwis (Venlo), reindersknop: reindersknuup (Venlo) Boeket van veldbloemen dat op 15 augustus (Maria Hemelvaart) werd gezegend en diende als afweermiddel tegen natuurkrachten. || De bos kruiden die op 15 augustus gewijd werd, de kruidwis [krüdwis, kroetwusj]. [N 96C (1989)] || De bundel bloemen en takken die als amulet in het bovenlicht van de deur wordt gehangen op St. Jan (24 juni) en die daar blijft hangen tot hij vergaan is [St. Jansros]. [N 88 (1982)] || Hoe heeten de kruiden, die gezegend worden? [SGV (1914)] || kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2, III-3-3
kruidwis wijden kruidwis zegenen: kroetweis zègene (Venlo) De wijding van de kruiden op 15 augustus [der kroetwusj zeëne]. [N 96C (1989)] III-3-2
kruien schurgen: sxørǝgǝ (Venlo) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: krock (Venlo) kruik [SGV (1914)] III-2-1
kruim kruim: Syst. WBD  kroem (Venlo, ... ), kruimel: kruimels (Venlo) Het zachte binnenste van het brood (kruim?) [N 16 (1962)] || kruim [SGV (1914)] III-2-3
kruimel greumel: Verklw. grumelke  grumel (Venlo), kruimel: Verklw. kruùmelke  kruùmel (Venlo) kruimel III-2-3
kruin kruin: kroën (Venlo), kruun (Venlo, ... ) kruin [SGV (1914)] || kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1
kruipend ongedierte wormen: wörm (Venlo) wormachtig en kruipend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
kruis cent: cent (Venlo), kruis: kruuts (Venlo), kryts (Venlo) Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] || deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || kruis [SGV (1914)] I-11, III-1-1, III-3-3
kruis of munt kruis of munt: kruuts of munt (Venlo), kry(3)̄ts oͅf mønt gūjə (Venlo) Het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien]. [N 88 (1982)] III-3-2