e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geloof geloof: geloouf (Venray) geloof [SGV (1914)] III-3-3
geloofd zij jezus christus christelijke groet: christelijke groet (Venray) De Christelijke groet, uitgesproken op niet-liturgiosche bijeenkomsten ["Geloofd zij Jezus Christus...in alle eeuwigheid. Amen"]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelooven geloven: geluuive (Venray) gelooven [SGV (1914)] III-3-3
geluid van de patrijs roepen: roepe (Venray) het geluid van de patrijs (kierewieten) [N 83 (1981)] III-4-1
geluid van naderend onweer donderen: doondere (Venray), Opm. dit is J.V. (betekent jonger Venrays - is een nieuwere Venrayse benaming).  dòndere (Venray), hommel: (verre)  wieên hômmel (Venray), hommelen: hommele (Venray), hòmmele (Venray) een dof, rollend geluid maken, gezegd van bijv. de donder [rommelen, rederen, meutelen] [N 91 (1982)] || eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)] || rommelen van de donder III-4-4
geluidloos een wind laten ene op de sokken laten (gaan): i.e. op kousen voeten laten gaan.  enne òp de zök laote gaon (Venray) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)] III-1-1
gelukken lukken: lukke (Venray) een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben boffer: boffer (Venray), bofkont: de bòfkoont (Venray) iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: gemekkelijk (Venray), gemekkeluk (Venray), gemäkkelijk (Venray), gemèkkelek (Venray), handig: hendig (Venray, ... ), licht: licht (Venray), op zijn gemak: op zie gemak (Venray), op zien gemak (Venray), óp zien gemak (Venray) geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken de beste manier: de bêst menier (Venray), manier: manier (Venray) de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)] III-1-4