e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kien! kien: kien (Venray, ... ) [I]. Uitroep bij het kienspel als men een kaart vol heeft. || Wat roept de speler als hij een rijtje bezet heeft? [katern, hammeke, kien]. [N 88 (1982)] III-3-2
kienen kienen: kiene (Venray), Er zijn voor getallen bij het kienen bepaalde benamingen, waarvan er hier enkele volgen:  kiene (Venray) Het spel waarbij de spelers elk één of meer kaarten hebben met daarop een aantal cijfers tussen 1 en 90. Die cijfers moeten opgevuld worden; ze worden willekeurig opgeroepen; winnaar is degene die het eerst een rij vol heeft [kienen, lotto, kienspel]. [N 88 (1982)] || Kienen, het kienspel spelen. III-3-2
kies baktand: baktand (Venray), baktá:nt (Venray), kies: kies (Venray) kies [DC 01 (1931)] III-1-1
kieskauwen klewsen: klewse (Venray, ... ), malen: male (Venray), pierken: piereke (Venray), pitsen: pitse (Venray), tissen: tisse (Venray) het langdurig kauwen van eten || kieskeurig zijn met eten || met lange tanden eten || overdreven kieskeurig zijn bij het eten || zonder eetlust eten; Hoe noemt U: Traag en zonder eetlust eten (pieliën) [N 80 (1980)] III-2-3
kieskauwer klewser: klewser (Venray), kleͅwsər (Venray), lekmuil: lekmoel (Venray), pitser: pitser (Venray), tisser: tesər (Venray), tisser (Venray), zatvreter: zatvraeter (Venray) lastig met eten; Hoe noemt U: Lastig met eten, gezegd van iemand die altijd weinig eet [N 80 (1980)] || persoon die kieskeurig bij het eten is en zogezegd "beter"gewend is en ook nog verkwistend met eten omgaat || persoon die lang op zijn eten blijft kauwen || persoon die lang op zijn/haar eten blijft kauwen || te kieskeurig eter III-2-3
kieskeurig kommerlijk: kummelek (Venray), lastig: lâstig (Venray) kieskeurig || niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)] III-1-4
kieskeurig persoon kniesoor: knîês oer (Venray) niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)] III-1-4
kietelen jeuksen: jukse (Venray), kietelen: kietele (Venray), kietelle (Venray) Kietelen, kriebelen: de huid op gevoelige plaatsen licht aanraken, bijv. uit plagerij; kriebelen (kietelen, kriebelen, kielen, kriekelen,krevelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kieuwen kieuwen: kieuw (Venray), kieuwe (Venray), Veldeke 1979 nr. 1  de kiew (Venray), WLD  kiew (Venray) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] || kieuw [SGV (1914)] || kieuwen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
kieuwen (wbd) kwaken: kwaeke (Venray), roepen: roepe (Venray), rōēpe (Venray) uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)] III-3-1