e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lekbak kuip: kȳp (Venray) De bak onder de beslagkuip of klaringskuip waarin men het aftreksel van mout en water verzamelt. [N 35, 49; monogr.] II-2
lekkerbek goede eter: goeien aeter (Venray), spader: Aete as enne spaajer: zeer veel eten  spaajer (Venray) goede eter || lekkerbek; Hoe noemt U: Iemand die goed kan eten (lekkerbek, lekkertand, likkebaard, fijnbek, smulbaard, smuiger) [N 80 (1980)] III-2-3
lelietje-van-dalen lelietje-van-dalen: -  lelietje van dale (Venray), lelietje van dalen (Venray) lelietje-van-dalen [DC 57 (1982)], [DC 60a (1985)] III-4-3
lemmer het scherp: Schi‰te met schaerp  schaerp (Venray), lemmet: limmet (Venray) scherp van een mes || zijvlak van een mes, bijl III-2-1
lende lende: lende (Venray) lendenen [SGV (1914)] III-1-1
lenig lenig: lenig (Venray) lenig [zwak, gezwak] [N 10 (1961)] III-1-1
lente, voorjaar lente: laente (Venray), lente (Venray), voorjaar: vurjaor (Venray), vroegjaar: (dit is een synoniem voor vurjaor - zie blz. 650).  vroegjaor (Venray), (dit is synoniem voor laente en is oud Venrays).  vroegjaor (Venray) lente [SGV (1914)] || voorjaar, lente III-4-4
lepe, doortrapte kerel gladde, een -: ⁄ne gladde (Venray), jood: enee jud (Venray), lepe kerel: lieëpe kél (Venray) een doortrapte kerel [fijnaard, fijne, leperd] [N 85 (1981)] || lepe, sluwe kerel III-1-4
lepel lepel: De lepel weggeleed hebbe: gestorven zijn Wie mit d\'n dËvel van ieënen telder wil aete, mòt enne lánge lepel hebbe: wie met slecht volk omgaat moet tegen hen opgewassen zijn  lepel (Venray) lepel III-2-1
leraar leraar: lieraar (Venray) een leerkracht aan een instelling voor voortgezet onderwijs [magister, leraar, regent, leer] [N 90 (1982)] III-3-1