e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte aalbes witte miemer: witte miemer (Venray), witte miemerberen: mv: -e  witte miemerbè:re* (Venray), witte miemeren: witte miemere (Venray), mv: -e  witte miemere (Venray) [DC 13 (1945)] I-7
witte kaas, wrongel hangop: hángòp (Venray) hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] III-2-3
witte kanten muts waarop een sierkrans werd gedragen toer: toer (Venray) muts, witte kanten ~ waarop een sierkrans wordt gedragen {afb} [kroezel-, frul-, froezel-, krul-, poffermuts] [N 25 (1964)] III-1-3
witte kool kappes: kappes (Venray), wit moes: wit moes (Venray), witte kappes: witte kappes (Venray), wittekáppes (Venray) [N Q (1966)]witte kool || witte kool als gerecht [N Q (1966)] || witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7, III-2-3
witte kwikstaart kwikstaart: kwikstart (Venray), kwikstárt (Venray), ploegdrijvertje: ploegdrīēvĕrke (Venray), ploeglopertje: ploegluūwpĕrke (Venray), wit ploegmannetje: witte ploegmenneke (Venray) kwikstaart [SGV (1914)] || kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] III-4-1
witte vlekken wild gewas: welt gewas (Venray) Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s] I-9
wittebrood koopweg: koeëpweg (Venray), mik: Dikke mik zien: voor elkaar zijn Ge kent n gaet án uure sik. Ennen bekker ánziene mik. Ennen bo‰r án de stroont en ennen áffekaot án de moond  mik (Venray), stoet: stoet (Venray), weg: wèg (Venray), Ge kunt mit n wegske ovver n weegske loeëpe, már aeverzógo‰d mit wegge ovver weeg: je kunt met een broodje over een weggetje lopen, maar evenzogoed met broden over wegen As ge broeëd het, mótte örges ânders genne weg gón zËke: als je het goed hebt moet je niet iets anders gaan zoeken  weg (Venray) (witte)brood || eigengebakken wit brood zonder vorm || witte brood gekocht bij de bakker || wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
witten kalken: kãlkǝ (Venray) Een muur of plafond bestrijken met witkalk. Doorgaans wordt voor witkalk gebruik gemaakt van kalk die met veel water is geblust en daarna in een kuil heeft gestaan om eventueel nog ongebluste deeltjes gelegenheid te geven uit te blussen en om een gedeelte van het overtollige water te verliezen. [N 67, 66e; monogr.; Vld.] II-9
woede beestig: bīēstig (Venray), gift: gif (Venray), giftig: giftig (Venray), razend: raozend (Venray) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] || razend, woedend III-1-4
woeker woeker: woeker (Venray) onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)] III-3-1