e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krijgen krijgen: krie-je (Vijlen) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krom, met bochten hobbelig: hoebelig (Vijlen), krom: kroom (Vijlen), krŏŏmp (Vijlen) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom [SGV (1914)] || krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)] III-4-4
krommen krommelen: krum-me-le (Vijlen) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen ???: knoe-esj (Vijlen), ombuigen: ŏŏmbeuge (Vijlen) krommen [SGV (1914)] || ombuigen [SGV (1914)] III-1-2
kroonluchter kroonluchter: krōēn luuter (Vijlen) Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)] III-3-3
kruidnagel groffelsnagel: grōō-fels-na-gel (Vijlen) kruidnagel [SGV (1914)] III-2-3
kruidwijding kruidwijding: kroetwing (Vijlen) O.L. Vrouw Kruidwijding [SGV (1914)] III-3-3
kruidwis kruidwis: kroetwusj (Vijlen) Hoe heeten de kruiden, die gezegend worden? [SGV (1914)] III-3-3
kruien schurgelen: šørgǝlǝ (Vijlen) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: kroek (Vijlen) kruik [SGV (1914)] III-2-1