e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange dunne tak vits: WLD  vietch (Vijlen) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange neus tul: (lang)  tul (Vijlen) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
lange, dunne tak dunne tak: dunne tak (Vijlen) dunne tak [DC 35 (1963)] III-4-3
langpootmug hooiwagel: huiwagel (Vijlen, ... ) langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
langzaam, traag langzaam: landsem (Vijlen), lansam (Vijlen), traag: troag (Vijlen) langzaam || langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] || langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)] III-4-4
lantaarn lantaarn: lantêre (Vijlen) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
lastig (werken) lastig: lestig (Vijlen), schur (du.): mar: alleen in de betekenis van narigheid, trammelant  schoer (Vijlen) lastig [SGV (1914)] || niet zonder moeite of inspanning volbracht of afgedaan kunnend worden, niet gemakkelijk [difficiel, delicaat, ongemakkelijk, onklaar, zwaar moeilijk] [N 85 (1981)] III-1-4
lastigvallen hinderen: hingerre (Vijlen) iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)] III-3-1
laten laten: loate (Vijlen) laten [SGV (1914)] III-1-2
laten wijden wijden: wieje (Vijlen), zegenen: zène (Vijlen, ... ) Een akker laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een kruisbeeld, een heiligenbeeld(je), een kaars laten wijden/zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)] || Een voertuig (auto/wagen) laten wijden/zegenen, op of rond het feest van St. Christoffel (25 juni). [N 96B (1989)] III-3-3