e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rentenier rentenier: rin-te-neer (Vijlen) rentenier [SGV (1914)] III-3-1
rentmeester rentmeester: rint-mees-ter (Vijlen) rentmeester [SGV (1914)] III-3-1
repareren flikken: flikke (Vijlen) repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)] III-4-4
rest in het glas klotsje: klutchke (Vijlen) restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3
restant vissen bachforel: baagforel (Vijlen), fuik: foek (Vijlen), net: net (Vijlen), snoek: sjnook (Vijlen), snoek (mv.): sjneuk (Vijlen) forel [N102 (1998)] || fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)] III-4-2
restant vogels merelwijf: mèlewief (Vijlen), vliegen: vleege (Vijlen) vliegen [SGV (1914)] || vrouwelijke merel [DC 06 (1938)] III-4-1
restant zoogdieren das: daas (Vijlen, ... ), daasse (mv.) (Vijlen), dās (Vijlen), des (Vijlen), tam: taam (Vijlen), wild: wild (Vijlen) das [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || tam [DC 19 (1951)] || wild [SGV (1914)] III-4-2
retraitehuis retraitehuis: retraitehoes (Vijlen) Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)] III-3-3
rib rib: rub (Vijlen) rib [SGV (1914)] III-1-1
ribbel rib: rib (Vijlen) een smalle, langwerpige verhoging aan een voorwerp [ribbel, ril, reef, rif] [N 91 (1982)] III-4-4