e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wecken inkoken: i kouge (Vijlen), inmaken: i maake (Vijlen) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
wedstrijdduif reisduif: Algemene opmerking: deze vragenlijst is heel slecht ingevuld (alleen de vragen 1, 2, 20, 25, 105, 106, 149, 150 en 158 zijn beantwoord!).  reesdoev (Vijlen) Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwe widvrouw: witvrouw (Vijlen), witvrow (Vijlen, ... ) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: witmaan (Vijlen, ... ), witman (Vijlen) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: sjtŏŏf (Vijlen) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weerborstel borstel: bøštǝl (Vijlen) Harde, dikke en stijve stekelharen met een draaiing erin voor op de rug van het varken. [N 76, 13; N 28, 31] I-12
weerlichten weerluchten: weer leute (Vijlen) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] III-4-4
weersgesteldheid weer: waer (Vijlen), weer (Vijlen, ... ), wer (Vijlen) weer [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
weerwolf weerwolf: weerwoof (Vijlen) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
wees wees: wees (Vijlen) wees [SGV (1914)] III-2-2