| 17975 |
ziek |
krank (du.):
krank (Q208p Vijlen)
|
ziek [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 18155 |
ziekenhuis |
spitaal:
sjpitaal (Q208p Vijlen)
|
Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 17980 |
ziekte |
krankheid:
krankheet (Q208p Vijlen)
|
ziekte [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 23338 |
ziel |
ziel:
zie-ël (Q208p Vijlen)
|
ziel [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 23617 |
zielboek |
dodenlijst:
dowedelies (Q208p Vijlen)
|
Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 17783 |
zien, kijken |
kijken:
kie-ke (Q208p Vijlen),
zien:
zie-ë (Q208p Vijlen)
|
kijken [SGV (1914)] || zien [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 23427 |
zijaltaar |
zijaltaar:
zie alter (Q208p Vijlen)
|
In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23354 |
zijbeuk |
zijkant:
zie kante (Q208p Vijlen)
|
De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 17644 |
zijde |
zij:
ziej (Q208p Vijlen)
|
Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 34580 |
zijladder |
ledders:
ledǝrǝ (Q208p Vijlen)
|
Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.]
I-13
|