e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ziek krank (du.): krank (Vijlen) ziek [SGV (1914)] III-1-2
ziekenhuis spitaal: sjpitaal (Vijlen) Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)] III-1-2
ziekte krankheid: krankheet (Vijlen) ziekte [SGV (1914)] III-1-2
ziel ziel: zie-ël (Vijlen) ziel [SGV (1914)] III-3-3
zielboek dodenlijst: dowedelies (Vijlen) Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zien, kijken kijken: kie-ke (Vijlen), zien: zie-ë (Vijlen) kijken [SGV (1914)] || zien [SGV (1914)] III-1-1
zijaltaar zijaltaar: zie alter (Vijlen) In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijbeuk zijkant: zie kante (Vijlen) De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijde zij: ziej (Vijlen) Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)] III-1-1
zijladder ledders: ledǝrǝ (Vijlen) Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.] I-13