e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoepel reep: rijp (Vlodrop, ... ) a) Grote houten of ijzeren ring die met een stokje of een ijzeren haak wordt voortgedreven, zodat hij over de weg voortrolt [hoepel, reep, kuil]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] III-3-2
hoepelen repen: rijppe (Vlodrop) b) Met de hoepel spelen [hoepelen, banden, repen]. [N 88 (1982)] III-3-2
hoepels van de huifkar repen: ręi̯pǝ (Vlodrop) Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99] I-13
hoesten hoesten: hooste (Vlodrop, ... ) hoesten [keche, kechelen] [N 10a (1961)] || Kuchen: kort en droog hoesten (kuchen, kochelen, krochen, krochelelen). [N 84 (1981)] III-1-2
hoeveelheid hooi die men opsteekt wis: wø̜š (Vlodrop) De hoeveelheid hooi die de opsteker in één keer met z''n gaffel aangeeft aan de optasser. Zie voor het vocalisme van het woordtype riek de opmerking in de semantische toelichting bij het lemma ''houten schudgaffel'' en bij het lemma ''hooihark''.' [N 14, 118; A 34, 5a] I-3
hogen ophogen: opheugge (Vlodrop), verhogen: verheugge (Vlodrop) de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)] || het bedrag waarmee men het bod verhoogt (door bijv. als verkoper mee te bieden) op een veiling [hoog] [N 89 (1982)] III-3-1
hogen, hoogjassen (kaartspel) hogen: heugge (Vlodrop) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
hokjes waarin een duivenmand verdeeld is vakjes: vekskes (Vlodrop) Hoe heet verder in Uw dialect: hokjes waarin de duivenmand verdeeld is? [N 93 (1983)] III-3-2
hoklijst duivenlijst: doevelies (Vlodrop) Hoe heet verder in Uw dialect: hoklijst, lijst waarop alle duiven moeten worden ingeschreven? [N 93 (1983)] III-3-2
hom hom: hom (Vlodrop), ideosyncr.  hom (Vlodrop) Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)] III-4-2