25238 |
regenbuitje |
bijsje:
bieske (L386p Vlodrop)
|
licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25183 |
regenen (alg.) |
regenen:
raengere (L386p Vlodrop)
|
regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18554 |
regenjas |
regenjas:
rengerjas (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18712 |
regenpijpen |
beenpijpen:
bijnpiepe (L386p Vlodrop)
|
regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22078 |
reinigen (van de hokken) |
schoonmaken:
sjoon make (L386p Vlodrop)
|
Hoe zegt men: het reinigen van de hokken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21201 |
reiskoffer |
koffertje:
kufferke (L386p Vlodrop)
|
Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21196 |
reizen |
op reis gaan:
op reis gaon (L386p Vlodrop),
reizen:
reize (L386p Vlodrop)
|
een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] || het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19388 |
rek |
schap:
schjaap (L386p Vlodrop)
|
Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21740 |
rekruut |
rekruut:
rekruut (L386p Vlodrop)
|
een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23403 |
relikwie |
relikwien:
rillekwie (L386p Vlodrop)
|
De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)]
III-3-3
|