e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slinkse streken linken: linke (Vlodrop) oneerlijk, achterbakse slinkse streken [linken, slenters, slingers, slenders, list, draaiers] [N 85 (1981)] III-1-4
slip slip: sjlup (Vlodrop) afhangend eind van een kledingstuk [slip, klamp] [N 86 (1981)] III-1-3
slip-over slip-over: sjlip-over (Vlodrop) slipover, truivest zonder mouwen [N 23 (1964)] III-1-3
slobkous slobkous: sjlobkous (Vlodrop) Hoe noemt men de slobkous of lappenkous, door de arbeiders hier en daar bij vuil werk op het land gedragen? [DC 09 (1940)] III-1-3
sloffen sloffen: sjloefe (Vlodrop) sloffen: Zodanig lopen dat de zool over de grond schuift (sloffen, slerven, klossen). [N 84 (1981)] III-1-2
slok slok: schlok (Vlodrop), sjlok (Vlodrop) teug; Hoe noemt U: De hoeveelheid drank of vloeistof die men in een keer in de mond neemt en doorslikt (teug, slok, zjats) [N 80 (1980)] III-2-3
slokdarm slokdarm: sjlokderm (Vlodrop) slokdarm [krop, gorgel] [N 10 (1961)] III-1-1
slons (slodder?) slons: sjlons (Vlodrop) een haveloze, slordige vrouw [slodder, sloor, slons, luns, klons, slos, lameer] [N 85 (1981)] III-1-4
slootjespringen beekspringen: beiksjpringe (Vlodrop) Slootje springen [pikkelegen, sponselen, kapoetelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
sluik haar paardsharen: paershaoren (Vlodrop) recht, sluik haar [N 10 (1961)] III-1-1