e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

Gevonden: 4029
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boordenknoopje hemdenknoopje: hemdeknöpke (Vlodrop) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
boos kwaad: kwoad (Vlodrop) boos, kwaad ten gevolge van een belediging [kwaad, boos, vuil] [N 85 (1981)] III-1-4
boot(je) boot(je): beutsje (Vlodrop) een klein open vaartuig met riemen of zeil voortbewogen [boot, schuit] [N 90 (1982)] III-3-1
bord telder: telder (Vlodrop) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
borduren borduren: bordure (Vlodrop) Manier van handwerken waarbij met de naald figuren of bloemen in of op een stof worden vervaardigd (borduren, festonneren) [N 79 (1979)] III-1-3
borgen uitstel (zn.): oetsjtil (Vlodrop) uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)] III-3-1
borrel drupje: drupke (Vlodrop, ... ) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] || jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) borrelen: borrele (Vlodrop, ... ) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borrelglaasje drupjesglaasje: drupkesglaeske (Vlodrop) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstel borstel: börsjtel (Vlodrop, ... ) borstel [DC 15 (1947)] || kwastachtige borstel [DC 15 (1947)] || schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)] III-2-1