| 24855 |
zwaluwtong |
wikke:
eigen spelling
wikke (L386p Vlodrop)
|
Zwaluwtong (polygonum convolvulus). Tot meer dan 1 m lange klimplant; de stengels zijn windend, dun en ruw; de bladeren zijn pijlvormig en driehoekig; de bloemen groeien in trosjes in de bladoksels, het bloemdek is driekantig met een smalgevleugelde slip; [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 24592 |
zwanebloem |
zwanebloem:
eigen spelling
sjwanebloom (L386p Vlodrop)
|
Zwanebloem (butomus umbellatus een 100 tot 150 cm hoge plant. De stengels zijn rond; de bladeren groeien rechtop, ze zijn lijnvormig en driekantig; de bloemen groeien in een scherm en zijn witachtig tot bruinroze van kleur, tevens donkerder geaderd. Blo [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 18537 |
zwart pak |
zwart pak:
sjwart pak (L386p Vlodrop)
|
pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraan:
kraon (L386p Vlodrop)
|
Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
| 24865 |
zwarte nachtschade |
nachtschade:
eigen spelling
nachsjaa (L386p Vlodrop)
|
Zwarte nachtschade (solanum nigrum). Een 10 tot 40 cm grote, kruidachtige plant, niet windend; de stengels zijn iets behaard of kaal; de bladeren zijn iets eivormig, gaafrandig of iets bochtig getand; de bloemen groeien in schermvormige trossen, wit van k [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 24740 |
zwarte populier |
groene canada:
ideosyncr.
gruene kannada (L386p Vlodrop)
|
De zwarte populier; heeft op oudere leeftijd een heel donkere schors met diepe groeven, de ruitvormige bladeren zijn donkergroen (peppel, blauwe populier). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 24930 |
zwavelx |
zwagel:
sjwègel (L386p Vlodrop)
|
zwavel [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
| 34214 |
zweep van de koeherder |
smik:
šmek (L386p Vlodrop)
|
Zweep om bijvoorbeeld de koeien naar de stal te brengen. [N 18, 146]
I-11
|
| 18105 |
zweer |
zweer:
sjweir (L386p Vlodrop)
|
Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 18056 |
zweet |
zweet:
sjweit (L386p Vlodrop)
|
zweet [N 10 (1961)]
III-1-2
|