34632 |
de kar wipt |
wippen:
(de kar) wept (L386p Vlodrop)
|
Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99]
I-13
|
23697 |
de kerkgang maken |
de kerkengang doen:
kirkegank doon (L386p Vlodrop)
|
De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22134 |
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen |
afslaan:
aafsjlaon (L386p Vlodrop)
|
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
23687 |
de kruisweg bidden |
de kruisweg beden:
de kruutswaeg bae (L386p Vlodrop),
de staties afgaan:
sjtaases aafgaon (L386p Vlodrop)
|
De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34230 |
de melk inhouden |
ophouden:
ǫphawtǝ (L386p Vlodrop)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
mis deene (L386p Vlodrop)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mis doon (L386p Vlodrop)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23686 |
de missie preken |
missiepreek (zn.):
missiepraek (L386p Vlodrop)
|
De missie preken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23261 |
de morgen luiden |
de morgensklok luiden:
morgesklok (L386p Vlodrop)
|
Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22117 |
de persoon die samen met de duivemelker de geloste duiven opwacht |
{meekijken}:
mitkieke (L386p Vlodrop)
|
Hoe zegt men: de persoon die samen met de duivemelker de geloste duiven opwacht? [N 93 (1983)]
III-3-2
|