e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

Gevonden: 2119
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drukte, gedoe sleur: sleur (Voerendaal) een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] III-1-4
druktemaker aansteller: aansteller (Voerendaal) drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)] III-1-4
druppel druppel: eing druppel (Voerendaal), en dröppel (Voerendaal) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
dubbel sierhek barrier: barīr (Voerendaal) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
duif (alg.) duif: en doehf (Voerendaal) duif [GTRP (1980-1995)] III-3-2
duim duim: lange oee  der doêm (Voerendaal) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duivel duivel: duuvel (Voerendaal) De duivel [duvel, duuvel, deivel]. [N 96D (1989)] III-3-3
duizelig dol: du:l (Voerendaal, ... ), dul (Voerendaal), zoe weesjste dul (Voerendaal), duizelig: duuzelig (Voerendaal), heè is duuzelig (Voerendaal) dol worden, iemand die lang heeft of is rondgedraaid [N 07 (1961)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] || duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] III-1-2
dulden uitstaan: oētstao (Voerendaal) iemand dulden in zijn nabijheid, het kunnen uithouden [luchten, uithouden, uitstaan] [N 85 (1981)] III-3-1
durfal durfal: durfal (Voerendaal, ... ) heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] || iemand die alles durft te doen [kadee, mannekeskneuter, durfal] [N 85 (1981)] III-1-4