e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

Gevonden: 2119
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flink; flinke persoon hel: hel (Voerendaal) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Voerendaal) fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen koeten: koete (Voerendaal) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fokbeer dekbeer: dɛkbīr (Voerendaal) Mannelijk varken waarmee men fokt. [N 76, 9; N 19, 7; monogr.] I-12
franciscaan bruine pater (lat.): broene pater (Voerendaal) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
franse steen franse steen: franse steen (Voerendaal  [(uit Champagne)]  ) Molensteen vervaardigd uit stukken kwarts uit de groeven van La Ferté-sous-Jouarre (Seine et Marne, Noord-Frankrijk). De stukken kwarts worden op een stenen ballastlaag gegroepeerd en met behulp van cement vastgezet. De Franse steen bestaat uit twee lagen. [N O, 17e; N O, 17h] II-3
gaan gaan: goa (Voerendaal) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
galmgaten schalvensters: sjāālvinsters (Voerendaal) De open vensters in de klokketoren, waardoor het geluid van de klok(ken) naar buiten galmt [schalvensters, almsgatter, galmgaten?]. [N 96A (1989)] III-3-3
gang gang: gank (Voerendaal) De doorloop in een huis die de huisdeur met de vertrekken verbindt (gang, vloer, corridor, leid) [N 79 (1979)] III-2-1
garde rijzer: riezer (Voerendaal) een garde, een bosje rijshout om kinderen mee te straffen [gard, roe, wies] [N 87 (1981)] III-2-2