23381 |
kroonluchter |
luchter:
luchter (Q112p Voerendaal)
|
Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
26077 |
kruias, kruirad |
kruiwiel:
kruiwiel (Q112p Voerendaal)
|
Het wiel of de as onderaan de staart aan de buitenzijde van de molen, waarmee de molen of de molenkap met behulp van kettingen of touwen naar de wind gedraaid wordt. Zie ook afb. 21 en 23. Een aantal woordtypen is een pars pro toto. [N O, 30a; A 42A, 58; monogr.]
II-3
|
20658 |
kruiden, specerijen |
specerij:
specerij (Q112p Voerendaal)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
22580 |
kruidwis |
kruidwis:
kroe:twusj (Q112p Voerendaal),
kroetwusj (Q112p Voerendaal),
kroetwösj (Q112p Voerendaal, ...
Q112p Voerendaal)
|
De bos kruiden die op 15 augustus gewijd werd, de kruidwis [krüdwis, kroetwusj]. [N 96C (1989)] || kruidwis [N 06 (1960)]
III-3-2
|
22701 |
kruidwis wijden |
kruidwis zegenen:
kroetwusj zeëne (Q112p Voerendaal)
|
De wijding van de kruiden op 15 augustus [der kroetwusj zeëne]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
26082 |
kruien |
kruien:
kruien (Q112p Voerendaal),
schurgen:
šørǝgǝ (Q112p Voerendaal)
|
De molen of molenkap draaien met als doel de wiekenas in de windrichting te plaatsen. [N O, 30i; N O, 30k; A 42A, 56; monogr.] || Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.]
I-13, II-3
|
17573 |
kruin |
kruin:
de kruun op der kop (Q112p Voerendaal)
|
kruin van het hoofd [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23203 |
kruisbeeld |
kruis:
kruts (Q112p Voerendaal),
kruuts (Q112p Voerendaal, ...
Q112p Voerendaal,
Q112p Voerendaal)
|
Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
23807 |
kruisdagen |
kruisdagen:
kruutsdaag (Q112p Voerendaal)
|
De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23313 |
kruisen, kruisdagen? |
kruisdag:
krötsda:ch (Q112p Voerendaal)
|
kruisen [RND]
III-3-3
|