e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vreren

Overzicht

Gevonden: 388

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droog weer droog: drûûch (Vreren) droog [RND] III-4-4
druppel drup: drup (Vreren, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
druppen, druppelen druppen: druppe (Vreren, ... ) druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4
duivenmand kevie: Vgl. te Vreren: kièvë.  kièvë (Vreren) Kevie, duivenkorf. III-3-2
duizelig draaiachtig: drèiètich (Vreren), zat: zaôt ? (Vreren) hoe is of wordt iemand die bang is op een hoogte (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] || hoe is of wordt iemand die lang heeft rondgedraaid (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] III-1-2
duur duur: duur (Vreren) duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] III-3-1
duwen duwen: dawə (Vreren) duwen [RND] III-1-2
dwarsdrijven terwarsdrijven: terjasdraaive (Vreren) Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver terwarsdrijver: wa enne terjasdraaiver (Vreren) Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
een borrel drinken een drupje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ’n drupke drenke (Vreren), een flabbie drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ene flàbi drenke (Vreren), een half drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ’n haaf drenke (Vreren) druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3