e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vucht

Overzicht

Gevonden: 1277

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bewolkte lucht bewolkte lucht: də loch es bəwouk (Vucht), loch es bəwouk (Vucht) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezadigd genoeg: ook materiaal znd 21, 18  eine dĕ genoch èt (Vucht) bezadigd [ZND 01 (1922)] III-1-4
bezem bessem: bɛsǝm (Vucht), bezem: bɛsəm (Vucht, ... ) bezem [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bibberen beven: bèven (Vucht), bibberen: bibberen (Vucht) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2
bidden beden: de moos bèjen (Vucht) Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechten (gaan) zich biechten (gaan): we goon os beechten (Vucht) We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bieden bieden: beejen (Vucht) bieden [ZND 21 (1936)] III-3-1
bier bier: verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  bèr (Vucht) bier [ZND 06 (1924)] III-2-3
biestmelk biest: bēs (Vucht), biestmelk: besmęlk (Vucht) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
biggen werpen baggelen: bágǝlǝ (Vucht) Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.] I-12