e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vucht

Overzicht

Gevonden: 1277

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardbei framboos: framboise (Vucht) [ZND 19A (1936)] I-7
aarden pot kruik: krūk (Vucht), stenen pot: stęjnǝ pǫt (Vucht) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aars vot: vot (Vucht) [JG 1a, 1b; N 8, 13, 32.9 en 35] I-9
aas in het kaartspel aas: arten aos (Vucht), zoals in het Franse un  uns (Vucht) Aas: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Ik heb de vier azen. [ZND 19A (1936)] III-3-2
abuis mis: geer zeet mis (Vucht), ook materiaal znd 19a,6  geer zeet mis (Vucht) abuis [ZND 01 (1922)] || Ge zijt abuis (= ge vergist u). [ZND 19 (1936)] III-1-4
achterhaam achterhaam: axtǝrām (Vucht) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achteruit terug: trø̜k (Vucht) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achteruitgaan wijken: wieken (Vucht) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
achterwand hoofdbred: øi̯t˱brē.t (Vucht), stopsel: stø̜psǝl (Vucht) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
ademen ademen: ich kan neet aojemen (Vucht) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1