e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wanssum

Overzicht

Gevonden: 2613

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterhoofd achterkop: echterkòp (Wanssum) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achteruit terug-op: trøx˱ ǫp (Wanssum) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achteruittrappen houwen: hǫu̯ǝ (Wanssum) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9
achterwand achterbredje: ęxtǝrbretjǝ (Wanssum), bredje: bretjǝ (Wanssum), karbredje: karbretje (Wanssum) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk kont: koont (Wanssum, ... ), vot: vot (Wanssum) deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] III-1-1
achterwerk van de kip hennenvot: hɛnǝvot (Wanssum) I-12
adamsappel adamsappel: adamsappel (Wanssum), krop: krop (Wanssum) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
ademen ademen: aojeme (Wanssum), ojjemme (Wanssum) ademen [N 10a (1961)] III-1-1
ader ader: aor (Wanssum, ... ) ader [N 10a (1961)] III-1-1
afdak schop: sxoͅp (Wanssum) afdak, open schuur III-2-1