20241 |
buurt |
buurt:
buurt (L289p Weert),
nabuur:
hè woentj in den naober (L289p Weert)
|
buurt (in de ~) [SGV (1914)] || Hij woont in de buurt [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
21305 |
buurten |
bijeen zitten:
bijjein zitte (L289p Weert),
buurten:
buurte (L289p Weert),
buurten (L289p Weert),
kallen:
kalle (L289p Weert),
ps. het eerste deel v.h. woord kan ik niet goed lezen!
witkalle ? (L289p Weert)
|
buurten (wij gaan ~) [SGV (1914)] || de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)] || Hoe heet het gebruik in de winter s avonds bij de buren te gaan zitten praten? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
20238 |
buurten, aangaan, bezoeken |
opzoeken:
opzeuke (L289p Weert)
|
opzoeken
III-2-2
|
20262 |
buurten; aangaan, bezoeken |
buurten:
buurte (L289p Weert)
|
buurten, gezellig praten
III-2-2
|
21304 |
buurvrouw |
buurvrouw:
buurvrouw (L289p Weert)
|
buurvrouw [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
22411 |
caleidoscoop |
kijkbus:
kikbøͅs (L289p Weert),
kijktoet:
kiektoeet (L289p Weert)
|
Een kijker die eenvoudige daarin gelegde kleurige voorwerpjes veelvoudig weerspiegelt en zo regelmatige bij de geringste beweging telkens afwisselende figuren vertoont [caleidoscoop, kijkbus]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23398 |
calvarieberg op het kerkhof |
calvarie (<lat.):
calvarie (L289p Weert),
kruisgroep:
kruusgroep (L289p Weert)
|
De beeldengroep op het kerkhof, bestaande uit Jezus aan het kruis en aan weerskanten daarvan Maria en Johannes [Calvariegroep, kruisgroep, Calvarieberg?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20014 |
camelia |
schone juffer:
schoeënjuffer (L289p Weert)
|
camelia
III-2-1
|
24604 |
canadapopulier |
canadas:
kannedas (L289p Weert),
± WLD
kannadas (L289p Weert)
|
De canadese populier; kruising tussen de zwarte populier en amerikaanse soort (canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot). [N 82 (1981)] || populier, canadese —
III-4-3
|
19671 |
canapé, sofa |
canapè:
kanəpē (L289p Weert)
|
canapé, soort sofa
III-2-1
|