26010 |
daklijsten |
daklijsten:
dāklīstǝ (L289p Weert)
|
De twee horizontale balken op de toppen van de hoekstijlen in elk van de twee zijwegen. Zie ook afb. 14 en 18. [N O, 43c]
II-3
|
29893 |
dakpan |
dakpan:
dākpan (L289p Weert)
|
Algemene benaming voor een uit klei vervaardigde en vervolgens gebakken dakbedekking in de vorm van een vierkante of rechthoekige plaat. Naar vorm en afmeting worden gebakken pannen onder verschillende namen in de handel gebracht. Zo onderscheidt men bij de holle pannen de oud-hollandse pan, de verbeterde holle pan en de romaanse pan. Bij de vlakke pannen kent men de Tuile du Nord, de vlakke muldenpan, de holle muldenpan en de kruispan. [N 32, 44a; Gi 2, 48; monogr.]
II-8
|
22165 |
dakpan met opening om een duif doorgang te verlenen |
pannengat:
pannegaat (L289p Weert)
|
Hoe heet een dakpan met opening om een duif doorgang te verlenen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24915 |
dal, vallei |
dal:
dàəl (L289p Weert),
gat:
gaat (L289p Weert, ...
L289p Weert),
laagte:
lieegdje (L289p Weert, ...
L289p Weert),
liĕgdje (L289p Weert),
liègdje (L289p Weert),
līēgdje (L289p Weert),
zonk:
zänk (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] || laagte [SGV (1914)] || laagte (tussen 2 heuvels) [ZND 29 (1938)] || laagte, slenk, stuk land dat gelegen is tussen twee heuvels [diepte, zonk, zink, put, kwacht, zomp, zak, slaai] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21172 |
dam |
dijk:
daek (L289p Weert)
|
de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18706 |
damesblouse |
bloes:
bloes (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21128 |
damesfiets |
damesfiets:
damesfiets (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar vrouwen op rijden [N 99 (1991)]
III-3-1
|
18409 |
dameshoed? |
hoed:
hoed (L289p Weert, ...
L289p Weert,
L289p Weert)
|
dameshoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18207 |
dameskous? |
hoos:
Anna, hebste ei paar now hooze? (L289p Weert)
|
Anna, heb je een paar nieuwe kousen? [DC 14A (1946)]
III-1-3
|
18375 |
dameslaars |
steveltje:
stevelke (L289p Weert)
|
vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)]
III-1-3
|